Voor een normaal verloop van de zwangerschap en een ongestoorde ontwikkeling van het ongeboren kind vinden er in het vrouwelijk lichaam een aantal essentiële veranderingen plaats. Voor deze aanpassing aan de zwangerschap zijn voornamelijk hormonen verantwoordelijk. De belangrijkste zwangerschapshormonen zijn oestrogeen, progesteron en hCG (humaan choriongonadotrofine). Bij gezonde en niet-zwangere vrouwen ligt de hCG spiegel in urine tussen o en 10 mIU/ml (Internationale Mili Units per Milliliter); het zogenaamde normaal bereik. Bij een zwangerschap begint de hCG-concentratie al in de eerste dagen na de bevruchting te stijgen. Rond de tiende week worden er dan waarden bereikt tot wel 230.000 mIU/ml. Na de geboorte valt de hCG-concentratie snel weer terug en bereikt binnen enkele weken weer haar normaalwaarde. Het hormoon hCG leent zich daarom uitstekend om een zwangerschap te diagnosticeren. De grenswaarde die voor een zwangerschap geldt is > 10 mIU/ml.